Een goed begin is het halve werk. Dat geldt zeker voor een goede organisatiediagnose.

Vraagstukken uit de organisatie worden vergeleken met het principe van Werkvermogen. Dit wordt gedaan door kritische vragen te stellen en met een frisse blik van extern naar intern te kijken. Hierdoor komen er vaak waardevolle adviezen en trajecten uit.

Vragen uit de organisatie kunnen zijn:  

  • Adviseer werkgever en de betreffende medewerkers over de belasting en de belastbastbaarheid van de medewerkers in relatie tot de inhoud van het werk.
  • Adviseer medewerkers met klachten met betrekking tot herstelvermogen en gezonde leefstijl.
  • Adviseer leidinggevenden en medewerkers hoe preventief werkgerelateerde klachten voorkomen kunnen worden (werkinhoud / werkorganisatie / werkhouding / gezondheid).

Om tot een goede beantwoording te komen van de adviesvragen wordt de vraagstelling bekeken vanuit het principe van werkvermogen.

Onder werkvermogen wordt verstaan: de balans tussen de eisen die het werk aan de medewerker stelt (onder ander gezondheid, kennis en vaardigheden) en de belastbaarheid van de medewerker op dit moment (huidige gezondheid, opleidingsniveau, kennis, vaardigheden, combinatie werk-privé). Het werkvermogen geeft aan in welke mate een medewerker zowel lichamelijk als geestelijk in staat is om zijn huidig werk uit te voeren.

De basis van een goed werkvermogen is de gezondheid van de medewerker. Hoe vitaal is de medewerker? Hoe is het met zijn lichamelijke en psychische gezondheid?  Voor een goed werkvermogen is het noodzakelijk om over de juiste competenties, kennis en vaardigheden te beschikken (opleiding / loopbaan).

Het werkvermogen wordt beïnvloed door werkgerelateerde normen en waarden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de houding van de medewerker tegenover het werk en de motivatie om het werk uit te voeren. Ook de directe omgeving en activiteiten buiten het werk zijn van invloed op het werkvermogen, zowel in positieve als in negatieve zin.

Het werkvermogen wordt tevens ook bepaald door de werkomstandigheden, de inhoud van het werk en de werkeisen. Tot slot speelt ook de organisatie, het management en het leiderschap een rol.

De organisatiediagnose brengt al deze factoren in kaart. Dat kan per organisatie, per team of per individuele medewerker. Na afloop ontvangt de opdrachtgever een rapportage met het onderzoek, de resultaten en het advies.